Stichting Zelfbeschikking 
Molukkers en Papoea's

Geschreven door Aad Kamsteeg voor het Nederlands Dagblad, 3 juli 2023

Tragedie in Papua gaat Nederlandse kerken aan

Christelijke voorgangers in Papua schrijven een hartverscheurende brief naar de Indonesische president. Als zij lijden, waarom zwijgen Nederlandse kerken die innig met hen verbonden zijn?


Enkele protestantse en rooms-katholieke voorgangers in Papua hebben een hartverscheurende brief geschreven aan de Indonesische president Joko Widodo. Hartverscheurend, omdat zij de ‘menselijke tragedie’ beschrijven die zich over hun volk, de Papoea’s, voltrekt.  

Wat die tragedie inhoudt, kan bekend zijn. Zwartboeken van Amnesty International, Human Rights Watch, de International Council for Papua en buitenlandse boeken getuigen daarvan. De bisschop en predikanten ondertekenden hun manifest in het besef dat zij zich daarmee repercussies van de kant van Indonesische machthebbers op de hals kunnen halen. 

Wat dat betreft zijn er parallellen te trekken met het protest tegen antisemitisme dat leden van de Duitse Bekennende Kirche – Dietrich Bonhoeffer, Martin Niemöller – in 1936 naar Adolf Hitler stuurden. Of met het gezamenlijk door de rooms-katholieke, hervormde en gereformeerde kerken in oktober 1940 uitgebrachte bezwaar tegen de door de Duitse autoriteit verplicht gestelde Ariërverklaring. 


Rijst nu natuurlijk de vraag wat de relatie is tussen Nederlandse kerken en met wat er momenteel in Papua gebeurt. Ik denk dat de apostel Paulus een duidelijke aanwijzing geeft. Hij vindt het in feite vanzelfsprekend dat als één gelovige lijdt, alle gelovige mee-lijden (1 Korintiërs 12 vers 26). Zo is het toch? Wanneer je een been breekt, is je hele lichaam bij die pijn betrokken. 

Nee, christenen in Papua worden niet om hun geloof onderdrukt. Zij maken wel deel uit van het volk dat veelal rechteloos is en een ellende beleeft die sommigen van een langzame volkenmoord doet spreken. Nemen wij onze gezamenlijke verbondenheid met God en verre naasten serieus? Dan kan het toch moeilijk anders dan dat wij ons om de benarde situatie van onze Papoease broeders en zusters bekommeren? 


Kerkelijke verbondenheid

Maar er zijn wereldwijd zovéél christenen die lijden onder hen die de apostel Petrus ‘harde heren’ – ‘despoten’ – noemt (1 Petrus 2 vers 18). De democratie-index van The Economist geeft aan dat 36,5 procent van de wereldbevolking zucht onder autoritaire regimes. Pijn elders kan inderdaad zo wijdverbreid zijn dat mijn meelijden dreigt af te stompen. Wat dan nodig is? Dat ik me concentreer op medegelovigen die me het meest na staan. Wat christelijk Nederland betreft, horen de Papoea’s daar dan zeker bij. Ga maar na. 

Al in 1855 zond de Nederlandse vereniging De christelijke Werkman twee (Duitse) zendelingen naar Nieuw-Guinea. Kort daarna vertrokken de eerste Nederlandse collega’s. De eerste missionaris arriveerde in 1894. En al in 1865 werden de eerste Papoea’s gedoopt. Sindsdien bleven katholieken, hervormden en gereformeerden nauw bij het welzijn van de Papoea’s betrokken. Naast zendelingen en missionarissen werden er onderwijzers, verpleegkundigen en ontwikkelingswerkers gestuurd naar het volk dat in Papua het eerstgeboorterecht heeft. En nog steeds. Want ook al zijn door Nederlanders gestichte dochterkerken zelfstandige zusterkerken geworden, kerkelijke verbondenheid is gebleven. 

Naast de rooms-katholieke inzet onderscheidt de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) zich door sociale actie via Kerk in Actie. De Gereformeerde Gemeente geeft steun aan de Hogere Theologische School van de Gereja Jemaat Reformasi di Papua (GJRP) in Wamena. De door een recente fusie tot stand gekomen Nederlandse Gereformeerde Kerken (NGK) helpen via de stichting Verre Naasten de Middelbare Theologische School van de Gereja-Gereja di Indonesia (GGRI-P) in Merauke. 


Als één lid lijdt 

Een vraag. Is het gelet op het voorgaande niet vreemd dat noodkreten als de recente van Papoease voorgangers niet publiek ondersteund worden vanuit Nederlandse kerken? Is het niet vreemd dat het ook tijdens het gebed in plaatselijke gemeenten ten aanzien van de Papoea’s oorverdovend stil blijft? Maar zijn Papoea’s niet zelf verantwoordelijk voor wat er in hun land aan lijden plaatsvindt? De Organisatie Vrij Papoea (OPM) heeft immers ook een militaire vleugel, de TPNPB. Haar gewapende hit-and-run-acties staan in geen verhouding tot het geweld van de Indonesische militaire macht. 

De afgelopen drie jaar heeft Jakarta nog eens 21.000 troepen gestuurd, de extra speciale commando’s van de beruchte Kopassus niet eens meegerekend. En voor de goede orde, in hun brief aan Widodo veroordelen de Papoease voorgangers ‘alle vormen van geweld en van doden, door welke partij dan ook’ . Zij willen verzoening. Zij vragen de Indonesische president een door twee werkgroepen voorbereide ‘vredesdialoog’ te beginnen. Dat doet denken aan wat er in Zuid-Afrika na de afschaffing van de Apartheid (1994) gebeurde. Daar werd toen een Waarheids- en Verzoeningscommissie ingesteld. Zoiets benadrukken de bisschop en predikanten in Papua nu ook: verzoening dient op de waarheid gebaseerd te zijn. 

En dus? Dus denk ik dat Nederlandse kerken niet mogen zwijgen. Mede dankzij theoloog Tom Wright horen we nu ook van protestantse kansels meer dat het in de Bijbel niet alleen gaat om genade en persoonlijke verzoening met God. Jezus verkondigde ook de komst van zijn koninkrijk. Als burgers van dat rijk zijn wij geroepen te helpen helen wat door zonde kapot wordt gemaakt. Opkomen voor vrede en gerechtigheid in Papua hoort daarbij. Niet in algemene termen, maar zo dat wij de bisschop en zijn medeondertekenaars het gevoel geven niet alleen te staan. Eerder gaven enkele Duitse kerken publieke solidariteitsverklaringen met de Papoea’s uit. 

Ik schaam me een beetje dat ik mijn Papoeavrienden niet op iets dergelijks in Nederland kan wijzen.